Veiligheidsprotocol AV Phoenix
Het bestuur van AV Phoenix heeft een veiligheidsprotocol opgesteld op basis van protocollen die andere atletiekverenigingen hanteren. Dit protocol is verspreid onder alle trainers bij Phoenix en zij worden verondersteld op de hoogte te zijn van de inhoud.
Ook atleten adviseren wij kennis te nemen van de inhoud, zodat een ieder weet hoe te handelen in het geval van een calamiteit. Ook staat er bijvoorbeeld in hoe om te gaan met warm weer, koud weer en onweer. Voor elke discipline binnen de atletiek zijn richtlijnen gegeven om de veiligheid van alle atleten te waarborgen. Om er zeker van te zijn dat atleten in ieder geval op de hoogte zijn van de belangrijkste punten die voor atleten gelden, staan deze hieronder opgesomd.
Maar nogmaals adviseren wij de inhoud van het hele protocol (of tenminste de hoofdstukken die aansluiten bij de onderdelen van jouw discipline) door te nemen. Klik hier voor het veiligheidsprotocol (PDF, 503 KB)
Veiligheid algemeen en calamiteiten
- De atleten geven kennis aan de trainer(s) van eventuele medische beperkingen of ziektes, die tijdens de training een veiligheids- en of gezondheidsrisico kunnen geven. Dit geldt ook bij terugkeer na een ziekte of blessure.
In geval van een calamiteit is tijd de belangrijkste factor. Hiervoor geldt de volgende handelswijze:
- Bel zonder aarzelen 112, geef situatie en locatie door en wacht op instructies;
- De trainer heeft hierbij een coördinerende rol;
- Creëer ruimte voor het slachtoffer;
- Start bij hartstilstand met reanimeren. Op de atletiekbanen Maarschalkerweerd en Overvecht is een AED beschikbaar;
- Bij een ongeluk, het slachtoffer niet verplaatsen, ivm eventuele verwondingen aan nek- en ruggengraat.
Looptraining
- Tijdens het lopen in een groep loopt niemand alleen.
- Wanneer er iemand achterblijft, blijven er minimaal 2 achter.
- Wanneer er toch iemand onverhoopt achterblijft, is iedereen die dat merkt verplicht dit meteen te attenderen aan de trainer of assistent trainer. De trainers zorgen er dan voor dat de gehele groep altijd weer bij elkaar komt.
Baantraining
- De binnenbaan (baan 1 en 2) zoveel als mogelijk vrij houden.
- De binnenbaan is bedoeld voor diegenen die een intensief deel van het programma lopen, ongeacht de snelheid. In baan 1 en 2 moet zoveel mogelijk achter elkaar worden gelopen om snelle lopers voorrang te kunnen geven.
Werpen
- Alleen bevoegde trainers mogen de werpnummers laten beoefenen.
- Er worden geen werpnummers beoefend gedurende het eerste en laatste halfuur van de reguliere trainingen i.v.m. warming-up en cooling down van andere trainingsgroepen.
- Er wordt geen kogelslingeren beoefend.(alleen wanneer zich geen andere atleten op de baan bevinden).
Beeld: Public Co via Pixabay