Voeding
Door topsport verandert het lichaam en topsport vraagt heel veel energie, die in de juiste hoeveelheden en op het juist moment geleverd moeten worden. Voor (aankomend) topsporters volstaat het normale voedingspatroon niet meer.
Je traint meer, langer en/of intensiever en je hebt sneller herstel nodig om weer belast te kunnen worden.
Trainen is het ultieme samenspel van rust – trainen – rust – trainen – rust/herstel en dan weer rust – trainen – rust – trainen – rust/herstel enz. Ook voor jongere atleten die aan intensieve training doen is aangepaste voeding noodzakelijk.
Het voedingspatroon is voor niemand gelijk. Een hordenloper heeft een ander voedingspatroon dan een MiLa-atleet. De trainingen verschillen. Hordenlopers doen veel hoge intensiteit trainingen en zeer zeer weinig duurwerk, In VP1 een beetje, terwijl MiLa-lopers veel meer op duurwerk trainen. Ook per atleet is er verschil.
Zonder aangepaste voeding zullen onze Phoenix topatleten hun zware trainingen niet optimaal kunnen benutten. Als hun voeding wordt afgestemd op de hoeveelheid trainingen en inspanning dan zullen ze sneller van hun inspanningen herstellen. Het helpt ze ook om ziekte, vermoeidheid en blessures te voorkomen.
Een niet adequaat voedingspatroon (dus o.a. geen chips, lekkere koekjes en snoep) kan leiden tot prestatievermindering, blessures of overbelasting.
Om alle genoemde redenen is voedingsadvies opgenomen in het Topsportplan.