Fotografie: de camera
In deze sectie vind je exclusieve tips en trucs voor het fotograferen van atletiek en aanverwante zaken. Geschreven door Phoenix-huisfotograaf Michel Reij. Dit is de introductie (les 3 van 26).
Michel Reij:
Kan je de voorbereidingen en de jury vaak nog heel aardig vangen met een compactcamera, voor actiefotografie ontkom je echt niet aan een (digitale) spiegelreflexcamera.
De belangrijkste voordelen van een spiegelreflex zijn:
- een heel ander en veel sneller autofocus-systeem dan compactcamera’s;
- een veel grotere sensor dan een compactcamera, waardoor je veel meer controle hebt over de scherpte/diepte en een veel groter dynamisch bereik hebt;
- verwisselbare lenzen (dit lijkt aanvankelijk misschien geen voordeel, maar als je verder leest, zal je duidelijk worden waarom dit belangrijk is);
- bij een spiegelreflex kijk je door een optische zoeker, in plaats van door een elektronisch schermpje met lichte vertraging;
- de mogelijkheid om met hogere ISO-waardes te werken zonder dat ruis je foto gaat overheersen.
Hoewel de vele fotobladen en on-line fotosites mij voortdurend vertellen dat er geen slechte spiegelreflexcamera’s op de markt zijn, durf ik toch wel te stellen dat er voor actiefotografie duidelijke verschillen zijn. Het allerbelangrijkste verschil zit ‘m ongetwijfeld in de autofocus. Instapmodellen van de verschillende fabrikanten hebben een autofocus-systeem dat is toegesneden op het gebruik van betaalbare objectieven. Deze zogenaamde “consumenten-objectieven” hebben een niet al te groot diafragma, waardoor het gebied dat scherp is, relatief groot is. De autofocus hoeft daarom niet al te nauwkeurig te zijn. Bij het fotograferen van actie wil je echter graag een grote lensopening gebruiken, omdat daarmee a) veel licht binnenkomt, zodat je snelle sluitertijden kan gebruiken en b) de achtergrond mooi wazig wordt, waardoor je onderwerp beter uitkomt. Een kleine scherpte/diepte dus. En juist dat stelt hoge eisen aan de nauwkeurigheid van het autofocus-systeem van de camera.
Ik gebruik zelf nu bijna twee jaar een Canon 30D, een camera waarvan alom wordt gezegd dat het autofocus-systeem erg goed is. Toch haal ik bij grote diafragma’s (f/2.8, f/3.2) vaak niet meer dan 25-30% acceptabel scherpe foto’s bij hardlopende of springende atleetjes. Professionele camera’s zullen hier een duidelijk betere score halen, maar ongetwijfeld ook nooit 100%.
Zou je me om advies vragen, dan zou ik je waarschijnlijk zeggen dat Canon en Nikon de beste papieren hebben op dit gebied. Maar nogmaals: de ontwikkelingen gaan snel en ik heb eigenlijk alleen ervaring met Canon.
Ook belangrijk, maar duidelijk minder belangrijk dan de kwaliteit van de autofocus, is het aantal frames-per-second en de grootte van de buffer van de camera.
De meeste actuele spiegelreflexen zijn in staat zo’n drie foto’s per seconde te maken. Een hoger aantal frames-per-second is handig bij de technische nummers. Mijn Canon 30D kan 5 foto’s per seconde maken. Voor loopnummers zet ik hem eigenlijk altijd terug naar 3fps, maar voor ver- of hoogspringen is 5fps best handig, hoewel blindelings 10 foto’s achterelkaar maken zelden tot betere resultaten leidt dan rustig kijken en op het juiste moment afdrukken.
Omdat het wegschrijven naar het geheugenkaartje relatief langzaam gaat, heeft de camera een buffer-geheugen waarin foto’s worden opgeslagen totdat ze weggeschreven zijn naar het geheugenkaartje. Hoe groter dit buffergeheugen, hoe meer foto’s achterelkaar gemaakt kunnen worden. Bij gebruik van jpg-bestanden kunnen camera’s tegenwoordig al gauw meer dan 20 foto’s achterelkaar maken, meer dan ik ooit nodig heb. Maar in een van mijn volgende tips ga ik je adviseren om RAW te gebruiken en dan wordt de grootte van de buffer wel eerder een probleem. RAW-bestanden zijn namelijk een stuk groter dan jpg-bestanden, zodat er veel minder in de buffer passen.
🤫 Wil je weten hoe de foto’s in dit artikel gemaakt zijn? Dus welke camera, brandpuntafstand, diafragma etc., klik dan op de afbeeldingen in dit artikel.
Meer weten? Lees dan ook Michel’s andere tips. En heb je aanvullende vragen, mail Michel.
Beeld opening: Horst Doehler via Pixabay