Voorinschrijving 2e druk boek ‘Herman Verheul’
Op 7 juli 2007 is Herman Verheul Koninklijk onderscheiden (klik hier voor het bericht). Ter gelegenheid daarvan is het boek “Herman Verheul en zijn methode” – door Herman Lenferink – verschenen dat bij die gelegenheid tevens is uitgereikt aan Herman Verheul.
Dit boek, dat ruim 200 pagina’s beslaat, bevat vele verhalen van atleten over Herman Verheul, alle artikelen in kranten en tijdschriften die ooit over Herman Verheul en de Methode Verheul zijn geschreven, fotoreportages van Herman Verheul, Phoenix en de Verheulgymnastiek, ranglijsten, liederen etc. De eerste uitgave kende 6 exemplaren.
Dit najaar zal in ruime oplage de 2e, gewijzigde druk worden gepubliceerd. Op dit moment is de verkoopprijs nog niet bekend, maar reken op 25 of 30 Euro.
Om de belangstelling te peilen, ontvangt Herman graag per mail je bestelling via [email protected].
Als de definitieve prijs en de verschijningsdatum bekend zijn, zal deze op de website bekend gemaakt worden.
Voor de duidelijkheid: als je je voorinschrijft, verplicht je je nog niet tot de aanschaf.
Enkele citaten
De Atletiekwereld, 47e jrg. nr.1, 15-1-1981, blz. 32:
‘AW-lezers grepen naar de pen ‘
Joost Borm, Klaas Lok, Kees van Westerop:
De Methode Verheul
Al ruim 20 jaar trainen de Phoenix’ lopers volgens één en dezelfde methode. Zij noemen dit de methode-Verheul. De successen die zij hiermee behaalden zijn algemeen bekend. Er schijnt echter niet of nauwelijks belangstelling voor dit programma te zijn bij trainers en de technische rubriek in de A.W. Toch leeft die belangstelling bij de atleten wel degelijk. Wij merken dat aan het groeiend aantal vragen over hoe wij trainen. Die atleten vertellen ons eveneens dat zij elementen van onze trainingsmethode overgenomen hebben. Wij signaleren dit ook bij atleten van importantie. Bij deze categorie lopers valt de neiging tot verdoezelen op, bijvoorbeeld door wel rustig tempolopen te kiezen maar dan net met andere aantallen en afstanden, dan bij de methode-Verheul. Wanneer zo’n loper straks succes boekt, zal het ons niet verbazen dat wij het programma van zijn trainer dan wèl in de A.W. kunnen lezen. Als reclame voor zijn methode kan hij dan aanvoeren, dat de Phoenix’ lopers óók op een dergelijke wijze trainen. Wij vragen ons bij de grote belangstelling van de atleten voor onze methode dan ook af waarom de A.W. geen aandacht besteed aan onze methode, maar alleen maar belangstelling heeft voor buitenlandse trainers. Het zou jammer zijn wanneer de methode Herman Verheul op de ‘Leichtatletik’ aangewezen zou zijn.
Herman Lenferink:
Na deze ingezonden brief ging de A.W.- journalist Dick Loman begin 1981 toch maar eens met de Phoenix-atleten en hun trainer Verheul praten. Het verslag van zijn interview verscheen vervolgens in maart van dat jaar in de A.W. Daarin zegt Verheul over zijn trainingsmethoden: “Ja, die dateren nog van de vijftiger jaren. Dat durf ik rustig te zeggen, en dan mogen ze me ook nog ouderwets vinden. Ik zeg dan op mijn beurt: waarom wordt onze Phoenix-crossploeg regelmatig nationaal kampioen, waar halen Klaas Lok en Joost Borm die tijden vandaan, waarmee ze aan de nationale top staan? En vooral, hoe verklaren al die moderne trainers, dat de Phoenix-atleten ondanks hun veel lagere basissnelheid andere, op papier veel snellere jongens, achter zich laten?”
Ben Korver:
Herman Verheul en de Sprint. Dat lijkt op zich een wat vreemde combinatie. Iedereen die Herman in zijn rol van trainer kent, denkt dan in de eerste plaats aan de midden- en lange afstand. Toch kreeg Herman begin jaren zestig te maken met sprinters. Phoenix bestond een jaar of vier en behalve talentvolle midden- en lange afstandlopers, druppelden er ook (wat) sprinters binnen op de (sintel)baan Maarschalkerweerd. Ik herinner mij Ad van Dokkum, in die tijd DE sprinter van Phoenix. Zelf druppelde ik als 13 of 14 jarige binnen, op advies van mijn inmiddels overleden vriend Hans van Stijn. Trainen op de baan betekende een warming-up met de hele groep, jong en ‘oud’, sprinters en lange afstandlopers. Ook toen al huldigde Herman het principe dat atletiek uit meer bestond dan alleen domweg lopen. De warming-up was het moment om alle spieren aan bod te laten komen. Hoewel ‘moment’: een warming-up duurde niet zelden drie kwartier! Maar tegen die tijd waren dan ook alle spieren in je lichaam wel aan de beurt geweest… Daarna was het spikes aan en dan begon je met je programma. Ook dat verschilde voor de sprinters niet veel met dat van de lange afstanders: 200 meters, minimaal tien voor de sprinters, met een uitloop naar vijftien stuks. Ook 400 meters werd getraind, bij voorkeur ook tien, eigenlijk hetzelfde als wat de ‘langere’ lopers deden, alleen uiteraard in een ander tempo dan bijvoorbeeld Herman de Jong en Frits Gerlach, met een aantal anderen, de boegbeelden van Phoenix in de jaren zestig. Voorop stond “soepel” lopen: het mocht eigenlijk geen inspanning kosten. De sprinters liepen de 200 meters nooit onder de 30 sec. Meestal een tempo van 31 a 32 sec. Herman de Jong en kompanen, standaard 15 stuks, een tempo van 29 a 30 sec.Voor ons de 400 meter in 70 tot 75 sec, de afstanders in zo’n 68 sec.
Arnold Kurver:
In een werfkelder aan de Oudegracht vergadert R.K. Athletiek Vereniging Hermes. Hamvraag van de avond is of de vergadering het eens is met de schorsing van een juniorenlid. Reden ‘het niet meetrainen met de andere junioren onder leiding van Cees Ramselaar en in plaats daarvan meer vertrouwen stellen in de ideeën van Herman Verheul en dus in die groep meelopen’. De vergadering steunt in meerderheid het bestuur en een aantal ‘andersdenkenden’ verlaat de vergadering. Aan de ander zijde van de gracht ‘bij de Chinees’ wordt de eerste stap gezet naar het ontstaan van een nieuwe vereniging. Aanwezig bij deze ‘oprichtingsbijeenkomst’ zijn Ton van Deyl, Herman Verheul, Bertus Mulder, Gerard en Frits Heijmans, Jan en Arnold Kurver. Na eerst de verontwaardiging te hebben weggedronken worden er plannen gemaakt en … fikse hoeveelheden loempia’s, porties bami etc. soldaat gemaakt. Bertus Mulder vestigt daarbij meteen het eerste clubrecord. Korte tijd later wordt de oprichting een feit. De nieuwe vereniging zal Phoenix gaan heten, een idee van Gerard Heijmans. Een drukke tijd breekt aan. Er moet van alles worden georganiseerd en natuurlijk zijn er leden nodig. Die komen er ook, Ries (later ook Theo) Maasdijk, Manie van Beusekom, de gebroeders Kooyman, Toon Kragten, Willem van de Boogaard, John Werdler, de zusjes De Boer, Frits Gerlach etc. Het begin van een lange reeks.
Rinus Groen:
In 1980 kwam ik met Herman Verheul in contact. Hij vroeg me: “Wat loop je voor tijden?” Ik noemde trots: “2.54”. “Wat, een jonge vent zo´n langzame 800m?” “Nee op de marathon” antwoordde ik trots. “Tijden op de baan” zei Verheul, “niet wat je loopt op de avondvierdaagse. Ik maak wel een schemaatje voor je zodat je niet meer hoeft te wandelen.” En inderdaad, een jaar later liep ik 2.38. Een openbaring om niet dagelijks enorme einden te rammen, maar rustig naar de baan te joggen 6 maal 1000m in een pittig tempo met tussenin weer 1000m joggen en weer terug naar huis joggen. Zelfs mijn kilometers per week gingen omhoog van 100 naar 140.
Frank Staal:
Herinnering aan Herman (Vrij naar Hendrik Marsman)
Denkend aan Herman
zie ik groepen atleten
soepel over baan en
veld heen gaan,
rijen ondenkbaar PR’s
en kampioenen in Phoenix’ geel wit
in de boeken staan.
Met de Methode Verheul
Soepel, kwiek, snel
de vele atleten
verspreid door het land,
wentelwiekend en dravend
samen bereikend,
in fartlek en wedstrijd
een vriendschapsband.
Langs de baan
hangt er spanning
Het startschot klinkt dof
Hij coacht zijn atleten,
overwinning gescoord,
en bij vijand en vriend
wordt de stem van Verheul
met zijn luide kreet Feller
gevreesd en gehoord.
Klaas Lok:
In de loop der jaren boekte ik dankzij de methode-Verheul enorme progressie en geweldige resultaten. Een methode die helder en beknopt was: Herman Verheul zei ooit in een interview dat zijn schema voor een geheel jaar op een klein kladpapiertje geschreven kon worden. En dat is feitelijk ook zo. Behalve trainer was Herman ook coach. Zijn aanmoedigingen waren over de gehele baan te horen, waarbij het woord “feller”, nog steeds lijkt na te galmen. Ook zal ik nooit vergeten dat ik dankzij zijn opmerking “een laatste ronde in 60 seconden en je hebt het record” inderdaad het Nederlandse jeugdrecord op de 3 km verbeterde, dat Rudie Verriet in de voorgaande serie een kwartier eerder op 8.16 gezet had: door de juiste aanmoediging op het juiste moment, kon ik er werkelijk alles uitpersen en slaagde in mijn poging. Tientallen jaren heeft coach Herman Verheul duizenden kilometers gereisd om ons in alle uithoeken van Nederland en België te begeleiden. Hierbij hulde voor zijn vrouw Riek die hem zo vaak heeft moeten “uitlenen”.
Lex van Eck van der Sluijs:
Op mijn rondweg in de hardloopwereld heb ik veel trainers gehad en gesproken waarvan ik altijd wel wat opstak, al naar gelang praktijk of meer de ‘theorie’. Cursussen, trainingen heb ik gedaan en boeken en artikelen gelezen. Er kwamen vaak hele formules en theorieën op het whiteboard. En je moest opletten want dan kwam er ineens: DUS 6 MAAL 250M MAXIMAAL of zoiets. Gelukkig wist ik van Herman dat er aan dat woordje DUS in veel gevallen iets mis was. Ik was heel simpel door hem gewaarschuwd voor het gebrek aan onderbouwing. Hij was daarin heel basic en met puur gezond verstand bezig. Hij wist dat je eigen lichaam je het beste kon vertellen of een aanpak voor jou hielp. Waar je als atleet qua niveau naartoe kon, vertelde hij je al vooraf. Zelf de overtuiging daarbij opdoen en de discipline leveren. Dan kwam je met zijn programma heel ver. De problemen van atleten kon hij niet altijd oplossen maar dan wel in een ander kader plaatsen. Hij voorzag veel op, JA, op ELK gebied, en Cruijff is daar nog een beginner bij.
Herman Lenferink:
Voor mijzelf was de letterlijke en figuurlijke grondigheid van Herman’s oefeningen de belangrijkste reden om in 1984 lid te worden van Phoenix en beslist niet van een andere vereniging in Utrecht. Er was in verre omstreken eenvoudig geen trainer te vinden die Herman in zijn oefeningen evenaarde. Ik zal nooit die warme, licht bewolkte zomeravond vergeten, toen ik na het betreden van de baan gelijk al met mijn neus in het lange gras van Overvecht lag. Ik was gelijk om. Toen al was ik ervan overtuigd dat hardlopen een bijzonder mooie maar ook eenzijdige sport is en dat aanvullende oefeningen noodzakelijk zijn, niet alleen voor een evenwichtige lichaamsvorming, maar ook ter verbetering van de prestaties en het voorkomen van blessures. Het was onmiddellijk duidelijk dat Herman Verheul een trainer was die geloofde in het nut van een goede algemene lichaamsvorming en dat je die alleen kon bereiken door alle spieren goed onder handen te nemen en zeker niet door je training te beperken tot wat rekken en zwaaien en vervolgens wat rondjes rennen. Toch zou het nog zestien jaar duren voordat ik wist dat de principiële basis van Herman’s oefenstof bij de circusacrobaten lag, de praktische bij de bewegingsvormen die hij als kind voor het eerst had uitgevoerd onder de aanwijzingen van Ottenheim, de doelmatige bij zijn voetbaltrainer Buurman, en dat zijn oorspronkelijkheid was geworteld in het Kozakkenballet.
Namenlijst voorinschrijving
7-7-2007
- Ruud van Suijdam
- Jan van der Steen
- Hans van Mastwijk
- Joost Borm
- Frits Gerlach
- Jesse Kaijser
- Ruud Kamp
- Alfred Verhoef
- Ad Buijs
- Chris Daanen
- Ben Korver
- Lennart Vriens
- Bernard te Boekhorst
10-7-2007
- Lex van Eck van der Sluijs
7-9-2007
- Familie Verheul (3 exempl.)
- Keesjan Verwaal
9-9-2007
- Kees van Westerop
20-9-2007
- Michel Reij
- Herman Lenferink
- Bart Broex
- Edwin van den Berg
23-9-2007
- Klaas Lok
24-9-2007
- Hilko van Hell
25-9-2007
- Dennis Weijers
26-9-2007
- Dick Leseman
27-9-2007
- Teun van Gorp
- Ton Stikkelbroek
- Rinus Groen
En verder
- Eline van den Broek
- Frank Staal
- Wim van Teutem
- Bert-Jan Haarkamp
- Martin Stam
- Karien Guinée