Met plezier presteren
Met plezier presteren is eigenlijk heel eenvoudig. Plezier komt eigenlijk heel eenvoudig tot stand, namelijk door samen te werken, samen te trainen en elkaar te helpen en met elkaar op te trekken en voor elkaar open te staan.
Hoe komt presteren tot stand?
Er is vastgesteld dat er samenhang is tussen groepscohesie, prestatienorm en prestatie.
De combinaties zijn:
- hoge prestatienorm en hoge cohesie leidt tot de beste prestatie;
- hoge prestatienorm en lage cohesie leidt tot een gemiddelde prestatie;
- lage prestatienorm en lage groepscohesie leidt tot een gemiddelde prestatie;
- lage prestatienorm en hoge groepscohesie leidt tot de slechtste prestatie.
Conclusie
De ideale situatie voor met plezier presteren is doelen stellen, het beste uit je zelf weten te halen en in een groep zitten waar je je thuis voelt en met een trainer werken waar je vertrouwen in hebt en daar open mee om te gaan. Je kunt je eigen top behalen als: er een hoge groepscohesie is, je bereid bent om hoge prestatienormen (wedstrijddoelen) te stellen en je ook daadwerkelijk wilt presteren.
Hoe kom je dan tot je beste prestatie?
Eigenlijk is dat heel eenvoudig. Het gaat om het verbeteren van de groepscohesie, het stellen van prestatienormen en het optimaal presteren.
- Het verbeteren van de groepscohesie
Er moet een zodanige samenstelling van de groep zijn, zodat sociale omgang en prestaties met elkaar verbonden kunnen worden. Jongens en meisjes, mannen en vrouwen trainen dan ook met elkaar. De ideale groepsgrootte varieert, afhankelijk van het onderdeel tussen de 8 en 15 atleten.
Door sociale cohesie van “wij zijn en voelen” ons de de MiLa-atleten, de sprinters of de hordenlopers van AV Phoenix en willen dat weten ook. Het trots zijn op je vereniging is een belangrijk element om groepscohesie te verbeteren. Belangrijk is dat er een duidelijke en open interactie tussen atleten en trainer is en dat binnen de groep geen atleten worden uitgesloten.
Door gebruik te maken van positieve groepsnormen wordt de groepscohesie ook verbeterd.
- Het stellen van prestatienormen
Een prestatienorm is een afspraak of zijn wedstrijddoelen die met de individuele atleet en de groep worden gemaakt. Prestatienormen zijn altijd haalbare normen c.q. doelen. Ieder jaar worden prestatienormen opgesteld aan de hand van jouw ontwikkeling. Voorafgaand aan de prestatienormen staat je ambitie. Een atleet kan de ambitie hebben om de olympische spelen te halen. De lange termijn doelen, de jaardoelen en de prestatienormen moeten zorgvuldig op elkaar afgestemd worden.
Het optimaal presteren
De prestatie is afhankelijk van:
- het benutten van het aanwezige talent;
- het gemotiveerd zijn (wie ben ik, wat wil ik en waarom wil ik het);
- de zelfdiscipline en de aandacht;
- de levensstijl van de atleet (spanning, waarneming, faalangst e.d.);
- het kunnen en willen samenwerken;
- het optimale zelfvertrouwen;
- de ultieme wedstrijdfocus;
- de flow situatie (geconcentreerd presteren);
- de manier van trainen (een negatieve houding van te zwaar, kan ik niet, e.d. werkt niet;
- je mentale instelling (postief omgaan met de gevraagde trainingsarbeid);
- het toewerken naar de wedstrijddoelen (het er voor gaan);
- de topvorm op het juiste moment;
- de persoonlijkheid van de atleet;
- het zelfstandig kunnen evalueren van de resultaten;
- het instand houden van en het bevorderen van de groepcohesie.
Het presteren is afhankelijk van een veelheid van factoren. Uiteindelijk is het heel simpel: je hebt er voor getraind, je bent er klaar voor. Het komt er bij de wedstrijd op aan dat je je doel hebt gesteld – in de zin van: wat wil ik in deze wedstrijd bereiken en hoe ga ik dat bereiken. Je bereid je voor, sluit je voor iedereen af, je pept je zelf op en je gaat de wedstrijd doen zoals je hem wilde doen en dan ga je knallen. Het is dan de dood of de gladiolen.
De rol van de trainer
In het proces van met plezier trainen speelt de trainer/coach een meer dan cruciale rol. Het gaat namelijk om het begeleiden en stimuleren van de trainingstechnische en mentale processen en daarnaast ook het stimuleren of bewaken van de omgang met omgeving, zoals andere trainers, de vereniging , de ouders, enz.
Meer over de rol van de trainer vind je o.a. terug in de artikelen: Integrale training en TOPP training.